Diet Kramer
Het moet een glorieus moment voor hbs-leerling Diet Kramer zijn geweest toen ze op zondag 16 maart 1924 De Telegraaf opensloeg en haar schetsje ‘Camielke’ zag staan. Haar debuut als schrijfster was daarmee een feit. Daarna volgden meer verhalen en artikelen in kranten en tijdschriften. In 1927 verscheen haar eerste meisjesboek, Stans van de Vijf-jarige. Na de verschijning van haar tweede meisjesboek, Ons Honk (1928), dat door uitgeverij Van Holkema & Warendorf werd opgenomen in de reeks Bekroonde Boeken, besloot Diet Kramer definitief schrijfster te worden.
Levensschets
Dina Maria – haar officiële naam – Kramer werd op 25 april 1907 geboren in Amsterdam en groeide op als jongste van zes kinderen in een middenstandsgezin. Na de hbs werkte Diet Kramer korte tijd op een kantoor en bij enkele uitgeverijen. Daarnaast volgde ze cursussen op het gebied van (kunst)geschiedenis, literatuur en muziek. In 1933 vertrok ze naar Indië, waar ze trouwde met de bijna zestien jaar oudere Willem Anne Muller, rector van het Bataviaasch Lyceum. Er werden twee kinderen geboren. Het moederschap belette Diet Kramer niet door te gaan met schrijven en publiceren, al was de combinatie gezin-schrijverschap moeilijk voor haar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat ze met haar kinderen in interneringskampen op Java. Haar man overleed vlak voor de bevrijding in een mannenkamp. In 1946 keerde ze – geknakt – terug naar Nederland en vestigde ze zich in Den Haag. Ze kampte met een zwakke fysieke conditie en psychische problemen. Ze publiceerde nog wel, maar had niet de rust om zich volledig op het schrijfwerk te concentreren. Na een periode waarin haar gezondheid verslechterde, overleed ze op 12 augustus 1965 in Den Haag.
Veelzijdigheid
Diet Kramer schreef voor een breed publiek. Het bekendst zijn haar romans voor jongeren. Veel van deze boeken gaan over jonge mensen die op zoek zijn naar hun levensdoel en naar hun plaats in de maatschappij. Voorbeelden zijn De Bikkel (1935) en Roeland Westwout (1937). Behalve voor jongeren schreef Diet Kramer voor jonge kinderen, waaronder Lodewijk de rattenvanger (1941), het eerste van drie humoristische verhalen over een teckel.
Haar eerste roman voor volwassenen was Begin (1932). Voor hen schreef ze verder onder meer Vechters (1935), Onrustig is ons hart (1939) en Thuisvaart (1948). In dit laatste boek verwerkte ze haar ervaringen in de interneringskampen en bij de repatriëring naar Nederland. Overigens is de scheiding tussen haar werk voor volwassenen en voor jongeren niet altijd scherp. Een roman als Begin werd ook door jongeren gelezen, terwijl De Bikkel en Roeland Westwout door recensenten ook aan volwassen lezers werden aanbevolen. Naast het schrijverschap vertaalde ze boeken en was ze als redacteur betrokken bij boekenseries voor kinderen.
Christelijk perspectief?
Door haar medewerking aan tijdschriften als Opwaartsche Wegen en De Vriend des Huizes en het lidmaatschap van het Verbond van Christelijk Letterkundige Kringen profileerde Diet Kramer zich aanvankelijk als christelijk schrijfster. Op zeker moment nam ze hiervan afstand. Ze durfde zichzelf geen christelijk auteur te noemen, omdat ze volgens haar eigen idee onvoldoende geloof kon opbrengen. Haar worsteling met het geloof speelde haar hele leven een rol en komt ook in haar werk naar voren. Enkele van haar romans hebben een duidelijk godsdienstig perspectief, andere zijn in dit opzicht volstrekt neutraal. Ook zijn er verhalen waarin de hoofdpersoon zich onzeker voelt over het geloof.
Publieksauteur
Diet Kramer beleefde het hoogtepunt van haar schrijverschap in de jaren dertig van de twintigste eeuw, een tijd van grote onzekerheid door de economische crisis en politiek-maatschappelijke bewegingen als communisme en nationaalsocialisme. Daarnaast waren er tal van ontwikkelingen die resulteerden in een modernere samenleving met een lossere moraal. Deze maatschappelijke veranderingen oefenden op veel (jonge) mensen aantrekkingskracht uit, ook omdat ze nieuwe vrijheden met zich meebrachten. Anderzijds werden de traditionele waarden niet zonder meer over boord gezet. De soms lastige dilemma’s die een en ander met zich meebracht, hadden tot gevolg dat veel mensen het leven als complex ervoeren. Verschillende romans van Diet Kramer, zoals Begin, Vechters, De Bikkel en Onrustig is ons hart, laten deze problematiek zien. Daarbij blijkt dat Diet Kramer in al haar boeken het gangbare denkpatroon van de jaren dertig bevestigde. Ze liet zien wat er speelde in haar tijd, welke culturele en sociale patronen er waren, welke normen en waarden er werden gehanteerd. Ze hield de lezers als het ware een spiegel voor. Op hun beurt konden die zichzelf in de verhalen herkennen. Niet alleen lieten de boeken de contemporaine opvattingen zien, maar ze verspreidden die standpunten ook, omdat ze in brede kring werden gelezen en er lezingen over werden gehouden. Ook recensies – uit alle zuilen – droegen bij aan de verspreiding van de opvattingen in de romans, doordat critici ze benoemden in hun oordeel over het betreffende boek. Alles bij elkaar had het werk van Diet Kramer een duidelijke functie voor de lezers. Daarmee behoort het tot de zogenaamde veelgelezen ‘middlebrowliteratuur’, een categorie die zich onder meer kenmerkt door een pedagogische boodschap.
Betekenis
Het werk van Diet Kramer was populair bij het publiek. Verschillende boeken beleefden meerdere herdrukken. De waardering van recensenten was ook veelal positief. In vergelijking met de meisjesboeken van veel van haar tijdgenoten werden de boeken van Diet Kramer over het algemeen gunstig beoordeeld. Die waardering geldt nu nog. In de huidige vakliteratuur over kinder- en jeugdboeken wordt Diet Kramer neergezet als iemand die haar publiek, in het bijzonder jongeren, iets te zeggen had. Hoewel ze zeker de ambitie had om zich ook te manifesteren als schrijfster voor volwassenen en haar boeken bij volwassen lezers succesvol waren, is haar positie binnen de volwassenenliteratuur minder evident. In literatuurhistorische overzichtswerken komt haar naam niet voor. Deels heeft dat te maken met het feit dat ze tot de publieksauteurs behoort die nooit zijn doorgedrongen tot de officiële letterkunde. Een positie die vergelijkbaar is met die van andere populaire auteurs van haar tijd, onder wie Ina Boudier-Bakker (1875-1966), A.M. de Jong (1888-1943), Willy Corsari (1897-1998) en Jan de Hartog (1914-2002). Een andere oorzaak is dat Diet Kramer in de eerste plaats wordt gezien als jeugdboekenschrijfster, zoals ook blijkt uit de artikelen die na haar dood in 1965 verschenen in kranten en tijdschriften.