Maatschappijkritiek en narco-realisme

Moderne Nederlandstalige literatuur van de ABC-eilanden in de 21e eeuw
Geschreven door Wim Rutgers

Maatschappijkritiek

Boeken zijn universeel ondanks hun lokale karakter. Dat uitgangspunt geldt in hoge mate voor een aantal recente Nederlands-Caribische romans. Begin 21e eeuw staat een nieuwe generatie Nederlandstalige auteurs op met grote maatschappelijke en kritische bewogenheid met het eigen eiland. Deze auteurs klagen sociaal schrijnende omstandigheden aan en zoeken een uitweg die hoop biedt op een betere toekomst. Hun romans zetten aan tot maatschappelijke en persoonlijke verantwoordelijkheid en zijn ervan doordrongen dat literatuur het medium bij uitstek is om aan te zetten tot moraliteit en integriteit.

Identiteit en solidariteit zijn in deze romans dilemma’s van individu en samenleving. Het persoonlijke is daarbij politiek en het politieke persoonlijk. Personages raken in politieke intriges verstrikt en er wordt van hen verwacht dat ze een keuze zullen maken. Goed en kwaad worden in deze romans als scherpe tegenstellingen tegenover elkaar geplaatst. Romanpersonages worden beschreven met hun kenmerken van saamhorigheid of vervreemding, van insluiting of uitsluiting. Het gaat om genderrelaties met hun mannelijk machisme of vrouwelijk marianisme, seks, incest en liefde, gezin en opvoeding, generatieverschillen en de sociale omgeving van gezin, familie, vrienden, buurt en zelfs de relatie tot het hele eiland met zijn dynamiek van protest of acceptatie.

Dat gebeurt bijvoorbeeld in de romans van de architect Ronny Lobo: zoals Bouwen op drijfzand (2013), dat traditionele man-vrouwrelaties op zijn kop zet, en in De Bouwval (2020) waarin felle kritiek wordt geuit op een grote fraude rond de bouw van een nieuw hospitaal en politieke sponsoring in verkiezingstijd. Bernadette Heiligers thematiseerde in Schutkleur (2015) dan weer discriminatie op kleur en klasse in familieverband rond het donkerkleurige buitenbeentje, Corine Serapio, in een familie die de ‘witte eindstreep al in zicht’ heeft. Hoe ontkomen mensen aan de vooroordelen in henzelf en hun omgeving in een ontmaskering van ‘schijn en decorum’? Nooit worden hoofdpersonen los gezien van hun sociaal-economische positie, waarbij traditie en moderniteit, kleur en klasse, etniciteit, respect ontvangen en tonen, afkomst en maatschappelijk succes beschreven worden.

Een steeds terugkerend thema is dat van individu en politiek met felle kritiek op corruptie, de grenzen tussen macht en recht, materialisme en idealisme. Medische missers van arrogante artsen komen aan de orde in Henriette de Mezquita's De lichtkamer (2015). Eric de Brabander protesteert tegen kwakzalverij in Hot Brazilian wax en het requiem van Arthur Booi (2011) en problematiseert het verband tussen medische wetenschap en ethiek in Het dilemma van Otto Warburg (2016). Een belangrijk motief in diverse romans zijn vormen van syncretisme tussen katholiek christendom en allerlei vormen van volksgeloof in de vorm van bruha in een mengeling van missie en magie, zoals bij Myra Römer's Het geheim van Gracia (2008).

De psychologie van de hoofdpersonages wordt in deze romans ondergeschikt gemaakt aan de overheersende maatschappelijke problematiek. Maar de auteurs laten de lezers niet achter met de problemen. Ze houden de lezers een scherpe spiegel voor waarin hun visie op hun samenleving weerkaatst wordt, maar ze bieden aan het einde steeds perspectieven voor oplossingen en een betere toekomst voor wie de juiste keuze maakt. De positieve boodschap is uiteindelijk de vrijheid van keuze die de hoofdpersonages in hun persoonlijke verantwoordelijkheid moeten en ook kunnen maken.

Narco-realisme

Te midden van dit sociaalrealisme speelt specifiek de drugsproblematiek in een aantal recente romans zo’n overheersende rol dat we van een nieuw subgenre als het ‘narco-realisme’ zouden kunnen spreken, met zijn verwevenheid van onderwereld en bovenwereld, waarbij de arme kansloze jongere vaak de dupe wordt van drugscriminelen.

In Diana Lebacs' De langste maand (1994), is een jonge drugsverslaafde het slachtoffer van sociaal-economische omstandigheden, zoals werkloosheid, afwezige ouders en het ontbreken van vaste leiding in het jonge leven. Maar er blijkt redding als er de juiste hulp is. In Erich Zielinski’s De engelenbron (2003) - dus een klein decennium later - is sprake van verharding in de beschrijving van een volwassen, corrupte ex-politieman op leeftijd die zich de drugswereld in rommelt en een gewetenloze jonge drugsdealer die voor niets terugdeinst, zelfs niet voor de dood van een onnozele jonge ‘bolita’-koerierster. De drugsproblematiek heeft zich verdiept van incidenteel naar systematisch, via een ingewikkelde organisatie die vanuit Colombia wordt aangestuurd en beheerst, die bovendien geïnfiltreerd is in allerlei lagen van de lokale bevolking. Voor wie eenmaal in het drugscircuit terecht komt is er geen veilige uitweg meer. 

Joseph Harts Verkiezingsdans (2013) beschrijft een drugscircuit van onderlinge oorlogen en territoria, afrekeningen en executies van iedereen die in de weg loopt, met een ijzeren hiërarchie van kleine sloebers die als meelopers gemakkelijk te beïnvloeden zijn, lokale personen met maatschappelijke invloed, handlangers die de vuile werkjes opknappen, de absolute leider op de onzichtbare achtergrond, de gezant uit het buitenland en de macht van het geheime in het buitenland gevestigde kartel dat alle touwtjes strak in handen heeft. Macht, geweld en seks gaan hand in hand, zelfs met minderjarigen. In een volgende roman, Kruispunt (2015), is de drugsproblematiek ingebed in een politieke en sociaal-economische analyse van het eiland Curaçao, waarbij de corrupte ‘nieuwe politiek’ de rol van de vroegere kolonisator heeft overgenomen.

In Clyde Lo A Njoe's Het dossier van de drakendoder (2020), verplaatst de misdaadwereld met de heroïnesmokkel zich wereldwijd van Azië naar Afrika en Amsterdam, ‘de stad van gokken, illegaliteit en drugscriminaliteit’. Maar de drugsmisdaad loont ook in zijn roman uiteindelijk niet en verslindt haar eigen mensen, met zijn mondiale tentakels, door roofmoord, een ‘vergismoord’ of de gevangenis in Haarlem of in de Verenigde Staten.

Een nieuwe generatie romanschrijvers van de ABC-eilanden beschrijven maatschappelijke problemen in hun samenleving en de grote drugsproblemen op hun eilanden, die zich exact op de route bevinden tussen de producenten in het Zuid-Amerikaanse continent en de consumenten in Noord-Amerika en Europa. De drugsproblematiek en de daaraan gerelateerde criminaliteit zijn op de eilanden steeds meer in het leven van alle dag bij steeds meer mensen doorgedrongen en hebben zich verhard in een steeds sterker internationaal karakter. Dat gebeurt zelfs in zodanige mate dat de drugs zowel persoonlijke levens verwoesten als de samenleving ontwrichten in hun demoraliserende consequenties. Deze maatschappijkritische romans kunnen gelezen worden als getuigenis en als waarschuwing.