Ronny Lobo
Ronny Lobo werd in 1954 geboren op Curaçao waar hij ook opgroeide. Ronny’s Surinaamse ouders hadden zich ruim voor Ronny’s komst op Curaçao gevestigd, waar Ronny’s vader als chemicus voor de Shell ging werken. Ronny Lobo zelf studeerde in 1978 als architect af aan de Technische Universiteit van Delft in Nederland. Hij keerde terug naar Curaçao en werkte als architect voor de lokale overheid en bij een bestaand architectenbureau voordat hij in 1985 met zijn eigen architectenbureau begon. In 1991 won hij een prijs met een ontwerp voor sociale woningbouw, en een jaar later ontving hij voor zijn architectonisch werk de belangrijkste culturele prijs van Curaçao, de Cola Debrotprijs.
Mens en bouwwerk
Ronny Lobo voelde de noodzaak om te schrijven over architectuur, over de relatie tussen mens en bouwwerk, de conflictueuze verhouding tussen overheid, geld en gebouw, de uiteenlopende motieven om voor iets te kiezen als het bouwprojecten betrof. Dit resulteerde in de in 2013 verschenen roman Bouwen op drijfzand. Ter verbeelding van de titel werd voor de foto op de omslag een mislukt project uit de jaren zestig gekozen op een van de mooiste plekken op het eiland. De natuur waar het project gerealiseerd moest worden was ongeschonden en lag aan een prachtige binnenbaai. Op deze idyllische plek verrezen plots spookachtige heipalen voor de bouw van een hotel. De bouw werd gestaakt na de opstand van 30 mei 1969, die Willemstad in brand zette.
Op de omslag van het boek zijn de betonnen palen te zien die tot de dag van vandaag als kreeftenpoten uit de modder, het drijfzand steken. De titel is tevens metaforisch voor de gehele inhoud van Ronny’s boek, waar het met ontwerp en bouw van twee woningen om velerlei redenen ernstig misgaat. In de roman smeed Ronny Lobo zijn liefde voor de Nederlands-Caraïbische eilanden en zijn liefde voor de architectuur samen met het liefdesleven van zijn personages. De zeer succesvolle architect Kenzo Schmidt ontwerpt gelijktijdig een huis op Curaçao voor een Hollands echtpaar uit Mexico en een huis voor een nog ongetrouwd stel op Bonaire. Zijn klimaatbewuste en esthetische denken stuit op een totaal andere gedachtewereld van zijn cliënten. Waar hij rekening houdt met het natuurgebied en de mangroven, bekommert de klant zich eerder om het uitzicht en het nog aan te leggen zandstrandje. Een volgend probleem vormt een van de opdrachtgevers, de onweerstaanbare Karin Oei. De gevoelens die ze bij de architect losmaakt zorgen ervoor dat de zakelijke verhouding met het echtpaar flink onder druk komt te staan.
Vervolgromans
Na Bouwen op drijfzand volgen nog twee romans. Tirami sù (2015) is een vervolg op Lobo’s eerste boek. Inmiddels wonen Karin Oei en de architect Kenzo samen. Tirami sù, afgeleid van het Italiaanse mierzoete toetje tiramisu, is metaforisch voor ‘maak me gelukkig.’ Karin en Kenzo hebben een zoon, Elroy. Elroy twijfelt eraan of hij werkelijk de zoon is van Roy, de voormalige man van Karin, die tijdens een zeiltocht omgekomen is. Elroy ontmoet op de middelbare school Silvana, die in haar jeugd uitgescholden werd voor ‘zwartje’ terwijl ze op Bonaire witte pleegouders had. Elroy en Silvana vallen als een blok voor elkaar en samen gaan ze op zoek naar hun herkomst. Het verhaal over identiteit, over kleur, over afkomst leverde een meerlagige roman op.
Ronny Lobo’s derde roman, De bouwval (2020), is een familiegeschiedenis over sociale stijging, over het overschrijden van grenzen, het betalen van een morele prijs, over illusies en ontgoocheling. Is iemand – een naaste, een vader – wel degene voor wie je hem je leven lang gehouden hebt? De roman biedt een confrontatie met het gekoesterde beeld van de vader met de werkelijkheid. Wanneer deze twee niet overeenkomen, botst het, en kan een wereld in duigen vallen.
In de drie door Lobo geschreven romans is een ontwikkeling te zien van de architectuur naar de sociale, raciale en politieke dilemma’s op de Nederlands Caraïbische eilanden. Zaken die met elkaar verbonden zijn, die in tegenstrijd met elkaar zijn en op voet van vijandschap met elkaar bestaan. Dat maakt de boeken van Ronny Lobo vooral voor de lezer die niet bekend is met het wel en wee op de Nederlands Caraïbische eilanden zeer de moeite waard.