Hermine de Graaf
‘De werkelijkheid is niet buiten, maar zie je, binnen in je kop, je vertelt jezelf verhalen die even echt zijn als kaarten.’ Uit: ‘In verzekerde bewaring’ (kort verhaal)
Hermine de Graaf schreef een tiental indringende korteverhalenbundels en romans waarin zij stem geeft aan eigenzinnige jonge vrouwen, onder wie veel adolescenten. Zij verzetten zich tegen hun dwingende ouders en komen in avontuurlijke en complexe situaties terecht.
De Graaf debuteerde in 1985. Ze hoorde onbedoeld bij een groep vrouwelijke debutanten die in de jaren tachtig van de 20e eeuw de aandacht trokken met uiteenlopende, zeer sterke boeken, zoals Tessa de Loo en Doeschka Meijsing. Vooral De Graafs korte verhalen werden zeer positief ontvangen. Ze zitten slim in elkaar, met spannende overgangen en gedetailleerde beschrijvingen van een vaak onheilspellende omgeving. Ze zijn een voorbeeld voor onder anderen Manon Uphoff, vooral vanwege het in de literatuurgeschiedenis onderbelichte perspectief van onverschrokken meisjes en vrouwen.
Buiten de gebaande paden
Geboren in 1951 in Winschoten was Hermine de Graaf het derde kind in een gezin met vier dochters en een zoon. Haar vader werkte als leraar klassieke talen achtereenvolgens in Winschoten, Den Helder en Velp, waar zijn gezin hem volgde. Beide ouders vonden het leveren van intellectuele prestaties heel belangrijk. Hoewel Hermine zich tegen hen afzette en drie keer van school werd gestuurd, was ze vanaf haar twaalfde fervent lezer van volwassen literatuur van klassieke auteurs als Simon Vestdijk en Franz Kafka. Rond die tijd begon ze ook zelf te schrijven. Als kind had Hermine een sterke band met haar verstandelijk beperkte zus Mieke, bij wie ze zich thuis voelde en aan wie ze verhalen vertelde.
In de jaren zeventig studeerde Hermine de Graaf Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam. Ze hield van de natuur en het leven buiten de stad. Nadat ze in 1974 trouwde met klinisch psycholoog Ted de Graaf, met wie ze sinds haar vijftiende een relatie had, verhuisde ze met hem naar het Limburgse Swolgen. Tien jaar was ze docent Nederlands aan een middelbare school in het naburige Venray. In 1992 trokken ze naar het kleine dorp Buinen in Drenthe waar ze verder ging met schrijven. Vanaf begin jaren negentig werd ze helaas geteisterd door een slepende oogziekte. In 2013, op haar tweeënzestigste, overleed ze aan kanker.
De Graaf debuteerde in 1984 met de lovend ontvangen verhalenbundel Een kaart, niet het gebied. Na tien jaar als docent Nederlands te hebben gewerkt, wijdde ze zich vanaf 1985 geheel aan het schrijven. Haar derde bundel Aanklacht tegen onbekend (1987) werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en ontving de Bordewijkprijs. De jury wees op een grote eenheid in motieven en thematiek: ‘Steeds ligt, op zeer gevarieerde wijze, in de verhalen een aanklacht opgesloten tegen de vaak ongrijpbare wereld der volwassenen: tegen ouders die hun kinderen verwaarlozen of in de steek laten, tegen onpersoonlijke instanties als justitie en schoolbesturen. Maar even duidelijk is, dat die aanklacht en haatgevoelens voortvloeien uit een hunkering naar contact (..).’
Hermine de Graaf zou nog meer verhalen, stukken over beeldende kunst en romans schrijven. Van haar romans zou Stella Klein (1990) het best ontvangen worden. Hierin staat de ontwikkeling van een jonge vrouw in een dijkhuis aan een rivier met vergiftigd water centraal.
Onverzettelijke personages
‘Vanaf het begin ging het om een bepaalde onvrede met wat ik zo om me heen zag. De enige vorm die ik daaraan kon geven, was het maken van een verhaal,’ zegt De Graaf in een interview. Over haar eerste bundel Een kaart, niet het gebied zei ze dat de verhalen samen iets moesten vertellen over de tegenstelling ouderen-jongeren. In haar tweede bundel zijn de personages niet enkel meer adolescenten: ‘Al hoop ik altijd dat ze ook een beetje kind zijn gebleven, want eigenlijk vind ik aan de volwassen wereld niet veel aan.’
De eigenzinnige hoofdpersonen, waaronder ook een muskusrattenvanger, worden wederom geconfronteerd met een vijandige omgeving en rebellie. Soms speelt die rebellie zich in hun gedachten af, en soms handelen ze daadwerkelijk, zoals in het onheilspellende verhaal ‘In verzekerde bewaring’. Daarin drijft de veertienjarige hoofdpersoon de man die haar verkrachtte, met een groep vrienden bij het schaatsen richting een wak.
Binnen- en buitenwereld
De verhalen van Hermine de Graaf worden gekenmerkt door een scherpe scheiding tussen binnen- en buitenwereld. Wat er in de hoofden van haar personages gebeurt is minstens even belangrijk als de situatie en de omgeving waarin ze terecht komen. In het verhaal ‘Licht en kracht’ reflecteert een jonge vrouw op haar werk als leerkracht in een aftands, door een maffioos bestuur gerund dorpsschooltje. In ‘Miss Brewster en Humphrey van der Weyden’ haalt een meisje haar mannelijke bewonderaar over om samen in te breken bij een villa. De Graafs personages denken associatief en zijn slim en geestig, maar komen uit ‘dysfunctionele gezinnen’ en zijn ook diep verwond.
Fragmentarische constructie
De verhalen van Hermine de Graaf zitten spannend in elkaar. Er zijn veel details maar weinig concrete tijds- en plaatsaanduidingen. De opbouw van de verhalen is fragmentarisch. Van ontmoetingen krijgt de lezer alleen momenten te zien. Grote levensfeiten, zoals een zwangerschap, komen zo terloops voorbij dat je er als lezer naar moet raden. Vaak is er een heftige openingsscène (met vooruitwijzingen naar wat er later gaat gebeuren) en dan een langere flashback. Het slot werpt een nieuw licht op het verhaal. De Graaf bouwt verhaallijnen fragmentarisch op, zoals de menselijke binnenwereld volgens haar is: chaotisch en verbrokkeld, geen rond verhaal.
Verwante auteurs
Begin jaren tachtig verschijnen opmerkelijk veel sterke romans van vrouwelijke schrijvers in een door mannen gedomineerd literair circuit. Tessa de Loo, Marijke Höweler, Marja Brouwers, Doeschka Meijsing, Mensje van Keulen en Hermine de Graaf oogsten veel succes met uiteenlopend werk. Hermine de Graaf voelde zich niet per se verwant met haar tijdgenoten, zei ze. Ze was niet bewust met feminisme bezig, maar ze beweerde in 2013 in een interview dat ze het wel ‘interessanter’ vond om over vrouwen dan over mannen te schrijven. ‘Vrouwen zijn gedifferentieerder, leuker, en invoelbaarder. En bovendien: er is al zo veel over mannen geschreven.’
Manon Uphoff schreef meerdere malen over het werk van De Graaf, dat ze als ‘ontwrichtend en verstorend’ definieert. Uphoff noemt zich schatplichtig aan haar werk en prijst De Graafs ‘moedige manier van vertellen, waarin de personages je op een stroeve, brokkelige manier een kijkje geven in hun werkelijkheid’. Uphoff noemt verder Esther Gerritsen, Hanna Bervoets en Lucas Rijneveld als geestverwanten die ook schrijven over de dreiging dichtbij, bij je familie of andere naasten, over dat het ook thuis gevaarlijk kan zijn. Je zou daar nog Marente de Moor aan kunnen toevoegen: zij is ook een stilistisch virtuoze, eigenzinnige auteur die schrijft over geheel eigen werelden bevolkt door tegendraadse personages.
Fixdit-podcast: Hermine de Graaf: Aanklacht tegen onbekend
Podcast over Hermine de Graafs Aanklacht tegen onbekend in de Fixditpodcastreeks Moderne klassiekers met schrijvers Jannah Loontjens, Manon Uphof en Marcel Möring.
Het Grote Gebeuren: gesprek over Hermine de Graaf
Gesprek tussen schrijvers Marcel Möring en Manon Uphoff en oud-criticus en -uitgever van De Graaf Reinjan Mulder op literatuurfestival Het Grote Gebeuren.