Historische Avant-garde (1916-1940)
De dichters vonden dat poëzie niet zozeer het ‘hogere’ moest weergeven, of de gevoelens van de dichter, maar de nieuwe werkelijkheid zelf. Onderwerpen kwamen op een nieuwe manier aan de orde: vorm en inhoud veranderden allebei. De historische avant-garde kennen we in verschillende verschijningsvormen, van dadaïsme en kubisme, tot expressionisme en futurisme. Tijdschriften waarin de vernieuwing van de avant-garde werden gepropageerd, waren in Vlaanderen Ruimte en in Nederland Het Getij, waar onder anderen Herman van den Bergh aan meewerkte, en De Vrije Bladen met Hendrik Marsman.
Afbeelding: onderdeel van Paul van Ostaijens gedicht ‘Music-Hall’, uit de bundel "Bezette Stad", 1920 (Collectie Stad Antwerpen/Letterenhuis).