Tom Lanoye

Literaire duizendpoot met groot theaterhart
Sint-Niklaas, 27 augustus 1958
Geschreven door Geert Buelens

Tom Lanoye is al bijna een halve eeuw een van de meest spraakmakende en veelzijdige auteurs van het Nederlandse taalgebied. Hij schrijft columns, essays, gedichten, verhalen, romans, filmscenario’s en theaterstukken en bereikt in al die genres een groot publiek. Vanzelfsprekend is dat laatste niet, want zijn opvattingen zijn soms controversieel en alleen al door hun lengte doen sommige van zijn teksten een bovengemiddeld beroep op de lezer of toehoorder. Zijn populariteit dankt hij aan zijn scherpe pen en gevoel voor humor, maar ook aan zijn grote commerciële flair. Bovendien schreef hij met Kartonnen dozen (1991) en Sprakeloos (2009) twee autobiografische klassiekers over onderwerpen die zelden op die manier waren behandeld. Kartonnen dozen is een coming-of-ageverhaal over een overrompelende verliefdheid van een homoseksuele jongen, zonder er een probleem- of coming-outroman van te maken; Sprakeloos beschrijft de aftakeling van zijn moeder die haar spraakvermogen verliest.

Publieke intellectueel

Lanoye is een veelgelezen schrijver, maar ook al decennia een vooraanstaande publieke intellectueel: hij spreekt zich in columns, lezingen en interviews uit over maatschappelijke kwesties en schroomt zich nooit om tegen de stroom in te gaan. Zijn engagement is ook heel persoonlijk. In 1996 waren hij en zijn Nederlandse partner René Los de eerste homoseksuelen die in Antwerpen een samenleefcontract ondertekenden - een belangrijke stap naar het homohuwelijk dat in 2003 in België werd gelegaliseerd.

Als stadsdichter van Antwerpen schreef hij gedichten over belangrijke gebeurtenissen, maar hij maakte er vooral ook een evenement van. Op de modernistische Boerentoren verscheen in 2004 een gigantisch spandoek waarop de toren zijn liefde verklaarde aan de toren van de kathedraal. Tijdens een feest op de Groenplaats antwoordde de kathedraal - dat gedicht werd voorgedragen door de populaire volkszangeres La Esterella.

Volks en werelds

In zijn werk slaagt Lanoye erin het nabije (het gezin, het dorp) in dialoog te laten gaan met de grote buitenwereld en de wereldgeschiedenis. Telkens opnieuw stranden grootse ambities in een fatale mix van noodlot en onvermogen. Zo schetst zijn Boekenweekgeschenk Heldere hemel (2012) de lokale impact, op een Vlaams gezin, van een in Kortrijk neergestort Sovjetgevechtstoestel tijdens de laatste fase van de Koude Oorlog. De beide wereldoorlogen spelen een belangrijke rol in zijn werk, o.m. in zijn ambitieuze WOII-roman De draaischijf uit 2022, deels in Antwerpen gesitueerd, deels in Den Haag. Het is een van de zeldzame Vlaamse verhalen waarin aandacht is voor de razzia’s van de Antwerpse politie in Joodse wijken – een van de zwartste bladzijden uit de Belgische geschiedenis.

Ook recentere drama’s en vetes schragen zijn werk. De in de Belgische driekleur vormgegeven Monstertrilogie (Het goddelijke monster, 1997; Zwarte tranen, 1999; Boze tongen, 2002) speelt zich af tegen de achtergrond van de diepe crisis die België halverwege de jaren negentig meemaakte naar aanleiding van het Dutroux-schandaal en de Witte Mars. Het derde huwelijk (2006) gaat over migratie en in Gelukkige slaven (2013) duikt het hoofdpersonage van zijn debuutroman Alles moet weg (1988) op aan de andere kant van de wereld, in een romanuniversum waarin Vlaanderen zelfs geen wezenlijke rol meer speelt.

Literair programma

De eerste verhalenbundel van Lanoye heette Een slagerszoon met een brilletje (1985) en dat was niet alleen een adequate beschrijving van wie hij is en waar hij vandaan komt, voor Lanoye bleek het ook een heel programma te bevatten. De schrijver Lanoye zou altijd zijn handen vuil maken, hij zou als een kleine zelfstandige nooit doen alsof geld verdienen vies zou zijn en hij zou een handelsmerk maken van wat op het eerste gezicht geen troef is, het moeten dragen van een bril. Wie de fotosessies bij de lanceringen of presentaties van zijn boeken bekijkt, valt op dat hij telkens een andere bril draagt. In de jaren negentig had hij onder het motto ‘Een nieuw boek, een nieuwe coupe’ ook telkens een nieuw kapsel. In die jaren was dat best gewaagd, want zo hoorde een ernstige schrijver zich niet te gedragen.

Die verdienste komt Lanoye dus ook toe: zeker in Vlaanderen veranderde zo het beeld dat we hebben van wat een auteur is. Geen gezapige volksverteller (uit de traditie van bijvoorbeeld Ernest Claes en Felix Timmermans), maar evenmin een moeilijk kijkende intellectueel of een zalvende priester-dichter. Mode is belangrijk voor Lanoye, grappen horen er altijd bij, een vlotte babbel hebben doet ertoe, maar dit altijd om het boek te dienen.

Apartheid & Ten Oorlog

Aanvankelijk miskeken nogal wat critici en lezers zich daarop. Lanoye was leuk, ja, maar was hij ook ernstig te nemen? Dat beeld veranderde definitief begin jaren negentig. In een reeks columns voor het weekblad Humo deed hij in 1994 op even hilarische als aangrijpende manier verslag van de eerste vrije verkiezingen in Zuid-Afrika – het formele einde van het Apartheidsregime. Zijn liefde voor dat land zou hem nooit meer loslaten; al jaren woont hij deeltijds in Kaapstad.

In dezelfde periode kreeg hij van regisseur Luk Perceval de opdracht om de koningsdrama’s van William Shakespeare te vertalen voor Blauwe Maandag Compagnie, het meest spraakmakende Vlaamse gezelschap van die jaren. Het resultaat: het legendarische Ten Oorlog (1997), meer dan tien uur theater waarin telkens andere personages, in andere kostuums en vooral ook andere taal via de geschiedenis van de Engelse koningen een beeld geven van het eeuwige spel van macht en verval. Het geheel in vijfvoetige jamben geschreven stuk, eindigend in een uit elkaar barstende mix van Nederlands en Tarantino-Engels, werd meermaals bekroond. Het zette Lanoye definitief op de kaart als de belangrijkste Nederlandstalige theaterauteur van zijn tijd. Ten Oorlog zou nadien als Schlachten ook de Duitse theaters veroveren en daar op het repertoire blijven.

Traditie

Later volgden, naast experimentele stukken zoals Diplodocus Deks en De Jossen (beide 2004), vrije bewerkingen van klassiekers van onder meer Klaus Mann (Mefisto For Ever, 2006), Euripides (Atropa, 2008), Anton Tsjechov (De Russen, 2011) en telkens opnieuw Shakespeare: Hamlet versus Hamlet (2014), Koningin Lear (2015), De störm (2022) & Lady+Lord MacBeth (2024). Lanoye respecteert zijn voorgangers, maar zet hun werk tegelijk genadeloos naar eigen hand: hij voegt personages toe, maakt nevenpersonages tot hoofdpersoon en actualiseert waar nodig. Levende geschiedenis maakt hij ervan, met veel oog voor politiek en tragiek.

Uit het werk van Lanoye spreekt een grote kennis van het Nederlandstalige en internationale literaire repertoire. Als een ware handelsreiziger in literatuur probeert hij dit aan nieuwe generaties lezers en toeschouwers te verkopen. Hij zette projecten op rond onder meer Paul van Ostaijen en Willem Elsschot en over Engelse, Duitse, Franse en Italiaanse poëzie uit de Eerste Wereldoorlog. Die resulteerden in boeken, maar bovenal (en voor hem minstens zo belangrijk) in podiumprojecten waarin het woord in al zijn retorische kracht kon weerklinken.

Performer

Lanoyes liefde voor het theater spreekt dus ook hieruit: liefst van al brengt hij zijn werk live op het podium. Het zou nog decennia duren voor er in het Nederlandse taalgebied sprake was van podiumdichters en slam, maar al vanaf de vroege jaren tachtig performt hij zijn eigen gedichten, romans, lezingen en theaterteksten.

Veelal alleen (zoals in Ten oorlog - de solo, 2000), maar in 2006 ook samen met zijn Zuid-Afrikaanse collega en goede vriendin Antjie Krog. Een waar huzarenstuk bracht hij in 2023 op de planken toen hij zijn woedende pamflet Woke is het nieuwe Marrakech-pact (of: Hoe ons Capitool al elke dag wordt bestormd) - meer dan honderd pagina’s polemische politieke analyse - integraal op het podium bracht, eens te meer voor een volle zaal. Het verrast dan ook niet dat hij in 2001 als eerste Vlaming bekroond werd met de Johnny van Doornprijs voor de Gesproken Letteren. Ook al is Lanoye ook een bibliofiel en besteedt hij bovengemiddeld veel aandacht aan hoe zijn boeken en teksten worden vormgegeven (omslagen, lettertypes, illustraties), bovenal is literatuur voor hem het levende, gesproken woord. In 2024 ontving hij uit handen van de Belgische koning Filip de Prijs der Nederlandse Letteren, de ultieme bekroning in het taalgebied.

VRT-nieuws: De kathedraal antwoordt

Op de Boerentoren in Antwerpen hing vanaf 23 april 2004 een gigantisch spandoek met daarop een gedicht van stadsdichter Tom Lanoye. In dat gedicht verklaarde de Boerentoren zijn liefde aan een oude dame: de toren van de kathedraal. Later schreef Lanoye een tweede gedicht waarin de kathedraal haar jonge aanbidder antwoordt. Dat gedicht werd op 29 augustus voorgedragen op de Groenplaats (uiteraard in het Antwerps) met La Esterella als de stem van de kathedraal.

Sprakeloos op de planken, monoloog van Tom Lanoye

De tragikomische roman die Tom Lanoye schreef over zijn moeder — 'een slagersvrouw en amateuractrice eerste klas'— won de harten van pers en publiek. Sprakeloos werd een bestseller, haalde de shortlist van alle grote prijzen en werd bekroond met de Gouden Uil Prijs van de Lezer en de Henriëtte Roland Holstprijs. Sprakeloos op de planken is de ijzersterke monoloog die Lanoye nu uit zijn boek heeft gepuurd en die hij, als doorgewinterd podiumdier, ook zelf voor het voetlicht brengt. 

Tom Lanoye op de Nacht van de Poëzie 2019

Dichter Tom Lanoye draagt voor op de Nacht van de Poëzie 2019 op 28 september 2019 in Tivoli Vredenburg, Utrecht.