Saskia De Coster
Saskia de Coster won op 13-jarige leeftijd al een prijs in een wedstrijd voor jonge journalisten. Haar echte schrijfcarrière begon echter toen ze 24 was: in een tijdschrift verscheen haar allereerste verhaal. Dat verhaal zou je al kunnen omschrijven als een ‘grimmig sprookje’, zoals iemand haar eerste romans typeerde. Vrije val (2002) was haar eerste boek. Twee jaar later was er Jeuk (2004). Vanaf haar derde roman Eeuwige roem (2006) maakt de virtuele, verbeeldingsrijke wereld in haar boeken steeds meer plaats voor het hier en nu. Haar eerst nogal mythisch aandoende, archetypische personages worden menselijker, al blijven ze altijd iets geks en onaangepasts hebben en doen ze in die zin vaak denken aan iemand als Lily Iglehart in de Netflix-serie Sex Education. Eeuwige roem is het eerste boek van De Coster dat genomineerd werd voor een literaire prijs. Voor haar volgende roman Held (2007) ontvangt ze meteen twee bekroningen: de Interuniversitaire Literaire Prijs van de Leuvense universiteit en de Cutting Edge Award voor beste Nederlandstalige werk.
Slimste mens
De Coster wordt stilaan bekender en bij een breder publiek gewaardeerd. Als columniste voor de kranten De Standaard en nrc.next krijgt ze steeds meer lezers en wordt ze opgepikt door tv-makers. Zo neemt ze in 2007 deel aan de Vlaamse versie van het populaire tv-programma De slimste mens ter wereld. Vanaf dan zal ze geregeld als schrijfster en opiniemaakster aan tafel schuiven in debatprogramma’s. De Coster beperkt zich immers niet tot het schrijven van romans. Aan het begin van haar loopbaan schreef ze bijvoorbeeld gedichten, en later, behalve columns en opiniestukken, ook libretto’s – teksten bij een muziekstuk – en toneel.
Beeldrijk
Daarnaast gaat haar interesse breder dan schrijven alleen. De Coster treedt graag op op literaire festivals, en werkt samen met muzikanten, fotografen, beeldend kunstenaars en videomakers. Ze maakt bovendien ook zelf kunstwerken en video-installaties. Geen wonder dus dat de taal in haar boeken zo beeldrijk is. Ook op dat vlak is ze verwant aan de auteur Peter Verhelst (°1962). Verhelst wordt, zeker sinds zijn doorbraak met de roman Tongkat (1999), wel gezien als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het postmodernisme in Vlaanderen, waar we ook De Coster toe kunnen rekenen. Wie is er aan het woord? Wat is de werkelijkheid? Maakt de werkelijkheid de taal of is het andersom? Is er nog iets vindbaar als een waarheid? Dat zijn vragen die postmoderne romans kenmerken.
Wonderlijke evolutie
Maar het meeste succes had De Coster met Wij en ik (2013), een meer klassieke roman over een ongelukkige Vlaamse familie met kinderen die opgroeien in de jaren zeventig en tachtig, een beetje zoals De Coster zelf. Na de wat uitzinnige verbeelding in haar vroegste boeken is dit volgens een recensent van de krant De Standaard ‘een kalme, stabiele roman’ - een ‘wonderlijke evolutie’ in haar oeuvre, vindt die waarnemer. Naar eigen zeggen wilde De Coster in dit boek haar positie bepalen tegenover haar ‘afkomst, milieu en tijd’. Na Wij en ik publiceert ze Wat alleen wij horen (2015), over de bewoners van een flatgebouw die te horen krijgen dat hun flat binnen zes maanden zal worden afgebroken. Opnieuw focust De Coster meer op de ‘wij’, op de gemeenschap, dan op de ‘ik’, het individu, dat in haar eerste romans de volle aandacht kreeg. Dat doet ze ook buiten de literatuur. Met de jaren stelt De Coster zich steeds prominenter op als iemand die zich inzet voor goede doelen en voor rechtvaardigheid, onder meer met betrekking tot vrouwen- en LGBTQI+-rechten.
Moeders
De Costers partner is overigens een vrouw; samen heeft het stel één kind. Dat feit werd publiek door de autobiografische roman Nachtouders (2019), De Costers eerste boek bij de jonge uitgeverij Das Mag (daarvoor verschenen haar romans bij de uitgeverij Prometheus). In Nachtouders trekken twee vrouwelijke hoofdpersonages (Juli en... Saskia!) met hun één jaar oude zoontje Saul naar Canada. Juli heeft het kind gebaard, zij is de biologische moeder. Als ‘onechte’ moeder blijft Saskia een verschil ervaren en zoekt ze naar haar plaats in het gezin: ‘Hij weegt exact tien kilo’, liegt Saskia. De stewardess negeert haar. Wanneer Juli haar woorden herhaalt, wil de stewardess wel luisteren. ‘Voor een echte moeder maakt ze een uitzondering. Die mag de feiten van de wereld zo verbuigen dat ze bij haar stevige kind passen.’ De Coster zegt in een interview: ‘Had je me tien jaar geleden gezegd dat ik ooit een boek over mijn kind zou schrijven, dan had ik gezworen dat dat nooit zou gebeuren.’ Maar moeder worden bleek een ervaring die confronterend was en vragen opriep. Het door haar gevreesde ‘boek over haar kind’ werd breed gewaardeerd en haalde de shortlist van de Libris Literatuurprijs. Een recensente van de Volkskrant noemt Nachtouders zelfs De Costers ‘meest aangrijpende roman tot nu toe’.
Optimisme
Een kind hebben dat opgroeit, doet je plots heel concreet beseffen dat er een toekomst is. De Costers engagement is na haar moederschap alleen nog versterkt. Soms durft ze te provoceren, zoals toen ze vertelde dat ze ‘De sekte van Saskia’ ging leiden, een groepering die gelijkheid tussen mannen en vrouwen wilde afdwingen. Maar het bleek promotie voor een literair programma rond vrouwelijke auteurs. Hoe verontwaardigd De Coster ook is, kwaad of wrokkig wordt ze nooit: ‘Ik denk dat optimisme onze enige optie is’, zegt ze in een interview in de krant De Morgen. Opvallend, toch, hoe een auteur die het oorspronkelijk helemaal in donkere verbeelding zocht, nu vooral met blije moed de werkelijkheid zelf wil veranderen.
Affecten en relaties
Opvallend, maar is het ook verwonderlijk? Verschillende literatuurwetenschappers hebben er op gewezen dat er een verschuiving aan de gang is in de literatuur die sinds de jaren negentig gepubliceerd wordt: van postmodernisme naar ‘laatpostmodernisme’, waarin romans met nadrukkelijk engagement over de buitenwereld gaan. Dat hernieuwde engagement kan zich ook uiten in een onderzoek naar relaties tussen mensen en groepen. De ‘ontologische dominant’ uit het postmodernisme, waarin de vraag ‘wat is de waarheid?’ de belangrijkste is, maakt dan plaats voor een ‘affectieve dominant’, zo argumenteren onderzoekers Hans Demeyer en Sven Vitse (2018). De kernvragen daarin luiden: wat voelen we, wat is ons lichaam, welke banden heeft dat met de wereld rondom ons en na ons, en hoe bepalen die banden ons? Dit relationisme versterkt het idee dat literatuur onderzoekt hoe we worden bepaald door de mensen om ons heen. Wellicht zien we nergens beter dan in het oeuvre van Saskia de Coster deze literatuurhistorische verschuiving aan het werk, met als kantelpunt de roman Wij en ik. Nachtouders is, zo bekeken, de voorlopige voltooiing van haar geleidelijke omslag naar een meer affectieve poëtica.
Paarse Zetel: interview met Saskia de Coster
Bibliotheek Gent & Avansa Gent, De Krook, Gent, 25 februari 2021
Het Grote Schrijversinterview: Saskia De Coster
Programmamaker Ianthe Mosselman interviewt Saskia De Coster. De Balie tv, 1 september 2020
De sekte van Saskia
Voorstelling over onder meer feminisme. Behoud de Begeerte, 21 januari 2021
‘Lees Meer!’ Saskia De Coster over Nachtouders
Saskia De Coster was op 2 juni 2019 te gast in boekenprogramma "Lees Meer!" in de Openbare Bibliotheek Brugge. Ze stelde er haar roman Nachtouders voor.