Karin Amatmoekrim

Onverbeterlijk en genadeloos zichzelf
Paramaribo, 25 december 1976
Geschreven door Rihana Jamaludin

Karin Amatmoekrim, geboren in 1976, kwam in 1981 met haar moeder naar Nederland, waar ze in IJmuiden gingen wonen. Karin ging naar het Gymnasium Felisenum in Velsen en studeerde psychologie en moderne letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Ze promoveerde in 2023 op een biografie van Anil Ramdas.

In 2004 debuteerde ze met de roman Het Knipperleven, daarna volgde de familieroman Wanneer wij samen zijn (2006) en andere boeken. Met de roman Titus won ze in 2009 de Black Magic Woman Literatuurprijs.

Amatmoekrim was columnist voor NRC Next en schreef korte verhalen in De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland. Ze schrijft artikelen over ‘Verzwegen Geschiedenis’ voor De Correspondent.

Karin Amatmoekrim was jurylid van de PC Hooftprijs 2016 en zat tevens in de jury van de Bob den Uyl-prijs en de Anil Ramdas-essayprijs. Eerder maakte ze deel uit van de adviesraad Cultuur van de gemeente Den Haag en van de Raad van Toezicht van Forum, het kennisinstituut voor multiculturele vraagstukken.

Andere leefwerelden

Met de roman Het Gym (2011) kreeg Amatmoekrim haar doorbraak. De gymnasiumjaren van een gekleurd meisje uit een achterstandswijk op een witte school, wekten de interesse bij een groot publiek. Amatmoekrim putte hiervoor uit haar eigen schoolervaringen.

Sandra is één van de weinige gekleurde leerlingen op een verder wit gymnasium. Ze merkt de verschillen op tussen het leven, de gewoonten, toekomstverwachtingen en kansen van de bewoners van haar eigen achterbuurt, en haar nieuwe klasgenoten en hun elitaire families. Gewend aan moeten rondkomen met een krappe beurs, vindt ze haar welgestelde nieuwe vrienden best naïef.

Liever laat je mensen met een uitkering verhongeren, omdat jij duizend gulden per maand te veel vindt. Dat zou ze tegen hem willen zeggen. En tegen die vriendjes van hem. En dan zou hij vragen waar ze zich nou eigenlijk druk over maakte, wind je niet zo op, mens, zou hij zeggen, ja dat klonk als iets wat hij zou zeggen. En zij zou antwoorden dat ze zich druk maakte om hem, en om hen allemaal, omdat ze dom en wereldvreemd waren en deden alsof ze alles wisten terwijl ze helemaal niks wisten. Niks van de echte wereld, daarbuiten, buiten het schoolplein van het gym, buiten het hockeyveld. Buiten de stukjes die ze lazen achter op de VPRO Gids. Ja, ik heb het ook over jullie, zou ze tegen haar vriendinnen willen zeggen. Jullie zijn wel lief, hoor, maar ook jullie weten geen ene moer. (Fragment blz. 186)

Ophef rond De Kom

In 2013 kwam De man van veel uit. Het is een roman over de periode die Anton de Kom, activist in Suriname en verzetsman in Nederland, doorbracht in een psychiatrische inrichting. Het boek wekte weerstand bij de familie van De Kom en veroorzaakte ophef onder Surinaamse lezers. Men vond het niet gepast om de held De Kom als psychiatrische patiënt beschreven te zien.

Anton de Kom kwam op voor de arbeiders en de onderdrukten. Hij werd daarom door de Nederlandse autoriteiten gewantrouwd en uit Suriname verbannen. Door zijn linkse sympathieën en het boek dat hij over de koloniale misstanden schreef, Wij slaven van Suriname (1934), raakte hij op een gegeven moment moeilijk aan een baan, en alle tegenwerking van de overheid en de financiële problemen dreven hem tot een inzinking. Hij werd daarop drie maanden opgenomen in een psychiatrische kliniek.

‘Er wordt over u gepraat, wist u dat?’
‘Hoe bedoelt u?’ Een nieuwe vlaag van voorzichtige paniek.
‘Hier, in de inrichting. Dat is niet zo gek. We praten over iedereen. Wat anders hebben we te doen? Iedereen weet alles van elkaar. De zusters, die zijn het ergst van allemaal! Dat zijn werkelijk de grootste roddeltantes.’
‘Wat zeggen de mensen, als ik zo vrij mag zijn?’
‘Dat u een schrijver bent.’
Anton dacht na. Toen vroeg hij: ‘En wat nog meer?’
‘Wat ze nog meer zeggen? Over u? Niets wat ik niet al wist.’
De woorden van de man verontrustten hem. Wat wist hij? Wat wilde hij van hem? Hij lette erop dat zijn stem rustig was toen hij vroeg: ‘En waar kent u mij van, als ik vragen mag?’
‘Wel, u bent Anton de Kom! De grote Surinaamse schrijver. De man die zich inzet tegen de brute schending van de mensenrechten in Indië. Of heb ik soms een andere De Kom voor me?’ (Fragment blz. 220-221)

Vader en identiteit

In Tenzij de vader (2016) tracht Amatmoekrim de persoonlijkheid van haar biologische vader en haar band met hem te doorgronden. Ze ontmoette hem pas toen ze 22 jaar was. Haar vader bleek Eric Lie te zijn, een bekende Surinamer en grootmeester in taekwondo. De ophef die haar boek over Anton de Kom veroorzaakte, weerhield haar niet ervan om de populaire Eric Lie voor haar boek grondig te analyseren en nietsontziend te beschrijven, waaraan haar vader overigens zijn volle medewerking en steun verleende. In die zin waren beiden aan elkaar gewaagd.

Wanneer Amatmoekrim als volwassene haar vader in Suriname ontmoet, blijkt hij daar een levende legende. Alom gewaardeerd als taekwondoleraar, en ondanks zijn leeftijd van 71 jaar nog steeds een fervent jager op wild, en geliefd bij vrouwen. Ook heeft hij veel kinderen; halfzusters en -broers van de schrijfster. Hij gaat zelfverzekerd en ongegeneerd zijn eigen weg in het leven, wat vaak tot irritatie leidt bij de observerende Karin.

Ik dacht jarenlang dat ik mezelf had uitgevonden, alleen om te ontdekken dat ik een kopie was van iemand anders, namelijk mijn vader. Ik schreef dit boek niet om met mijn vader af te rekenen. Ik zocht een verklaring, of misschien eerder een excuus, om te zijn zoals hij: onverbeterlijk en genadeloos mezelf. (Fragment blz. 264)

Tijdens het onderzoek voor haar boek Tenzij de vader werd Amatmoekrim gevolgd door de cameraploeg van regisseur Gülsah Dogan, die het spanningsveld tussen vader en dochter filmde. Het resultaat was de documentaire De jacht op mijn vader (2017).

Biografie Anil Ramdas

Hierna besloot Amatmoekrim een promotie-onderzoek te doen naar de essayist Anil Ramdas (1958-2012). Ramdas werd geprezen om zijn essays en kritische artikelen, en had verschillende succesvolle TV-talkshows. Toen hij echter kritisch werd op de rechtse ontwikkelingen in Nederland, werd hij verguisd. Maakte het uit wie wat zei? Mochten alleen witte mannen kritiek hebben? Hoe zat het dan met de door Ramdas zo geliefde vrijheid in het beschaafde Westen?

Voor haar onderzoek kreeg Amatmoekrim van de familie van Anil Ramdas volledige inzage in de persoonlijke archieven, brieven en e-mailcorrespondentie. Haar proefschrift (en boek) In wat voor land leef ik eigenlijk? Anil Ramdas, onmogelijk kosmopoliet verscheen in 2023, toen ze promoveerde aan de Universiteit Leiden. Ze kreeg er in 2024 de Nederlandse Biografieprijs voor.

Suske en Wiske

Voor SOS Kinderdorpen mochten in 2016 zes bekende Nederlanders en zes bekende tekenaars een Suske en Wiske album maken. Karin Amatmoekrim schreef het scenario voor het Suske en Wiske-album De Tollende Toverkol, getekend door Hanco Kolk.

Karin Amatmoekrim laat zich niet beteugelen door conventies of tradities, maar brengt haar visie onomwonden, doordacht en gefundeerd. Haar columns ondersteunen of bekritiseren zo de ontwikkelingen in de samenleving. In haar boeken is ze eveneens zoals ze zelf zegt, onverbeterlijk en genadeloos. Ook voor zichzelf.

Gesprek met Karin Amatmoekrim

In het kader van de Boekenweek 2024 voerde Kashif Amin een gesprek met Karin Amatmoekrim over haar boeken en haar jeugd in IJmuiden Zeewijk