Lanseloet van Denemerken
Lanseloet van Denemerken is een van de vroegst bekende voorbeelden van middeleeuws wereldlijk (niet-religieus) toneel. Het stuk behandelt een thema dat nog altijd actueel is: de zoektocht naar liefde en het daarbij respecteren van de wensen en grenzen van de ander. Deze problematiek wordt vanuit verschillende perspectieven belicht, waardoor het toneelstuk blijft aanzetten tot discussie. Lanseloet van Denemerken wordt daarom nog steeds gelezen én opgevoerd.
Sanderijn is een jonge vrouw, hofdame van de koningin van Denemarken. De prins, Lanseloet, is stapelverliefd op haar, maar kan niet met haar trouwen omdat zij van lagere komaf is. Voor Sanderijn is er daarom tussen hen geen relatie mogelijk. Om een maatschappelijke positie te verwerven, is het voor haar belangrijk om te trouwen, en haar huwelijkskansen zijn beter als ze maagd blijft. Een rol als minnares van de prins staat haar daarom tegen en ze wijst zijn avances resoluut af.
Lanseloet kan zich niet bij de situatie neerleggen. Hij beklaagt zich bij zijn moeder. Zij verzint een list om van Sanderijn af te komen, zodat haar zoon een hogergeplaatste bruid kan kiezen. Ze stelt voor om Sanderijn met een smoesje naar Lanseloets kamer te brengen, zodat hij met haar alleen kan zijn. Van de koningin mag Lanseloet dan met Sanderijn doen wat hij wil. Haar enige voorwaarde is dat hij Sanderijn na afloop zal beledigen en haar geen blik waardig zal keuren. Lanseloet beseft de risico’s van dit plan. Toch gaat hij uiteindelijk akkoord, vurig hopend dat Sanderijn hem zijn lompe gedrag niet kwalijk zal nemen: hij houdt immers van haar.
Voor Sanderijn werkt het zo niet: Lanseloet heeft haar tot seks gedwongen en beledigd. Diep gekwetst ontvlucht ze Denemarken. Tijdens haar omzwervingen ontmoet ze een onbekende ridder, die wél met haar wil trouwen. Nadat ze hem in elegante en hoofse taal heeft duidelijk gemaakt wat haar is overkomen en dat ze dus geen maagd meer is, accepteert ze zijn huwelijksaanzoek. In de tussentijd krijgt Lanseloet berouw, maar het is te laat: Sanderijn wil niet naar hem terugkeren. Lanseloets dienaar Reinout vreest echter dat zijn heer Sanderijns weigering niet zal kunnen accepteren en vertelt Lanseloet dat ze nooit meer terug kan komen omdat ze is overleden. Lanseloet stort in van verdriet en sterft.
Sanderijns monoloog: the morning after
We zoomen in op één passage. De koningin, Lanseloets moeder, heeft Sanderijn opgedragen haar zoon te bezoeken in zijn privé-vertrekken, omdat hij ernstig ziek zou zijn. Nadat Sanderijn heeft gehoorzaamd, zegt de koningin tevreden tegen het publiek dat ze Sanderijn mooi in de val heeft laten lopen. Op dit punt in het toneelstuk wordt een kleine sprong in de tijd gemaakt. Het eerstvolgende dat we horen, is Sanderijns monoloog, die zij uitspreekt wanneer ze weer uit Lanseloets kamer naar buiten komt.
Sanderijn:
Ay god, die hem crucen liet,
Wat valscher wijf es Lanseloets moeder!
Dies benic nu vele vroeder,
325 Dan ic gister navont was.
Si stont mi ene sterke logene en las,
Dat hi met siecheiden ware bestaen,
Ende bracht mi inden stric ghevaen
Ende heeft mi loghene voer waer getelt
330 Ende brachte mi in Lanseloets gewelt,
Dat mi ewelijc rouwen sal.
Nochtan deert mi boven al,
Die woorde, die hi sprac, die ridder vri,
Ende keerde sijn anschijn omme van mi,
335 Al haddic gheweest een stinckende hont.
Dat hebbic soe vaste in minen gront,
Ende doet mijnder herten alsoe seer;
Ic meine, dat hi nemmermeer
Van mi en weet goet noch quaet.
340 Ic salt al laten ende gaen mijnder straet
Dolen in vremden lande.
Ic bidde Gode, dat hi mine scande
Wille decken, die ic nu hebbe ontfaen
Want ic hebt sonder danc ghedaen;
345 Dies es mi te moede wee.
Lanseloet, ghi en siet mi nemmermee:
Ic wille gaen dolen in dit foreest.
O Vader, Sone, Heilich Gheest,
Ic bidde u dat ghi bewaert mijn lijf,
350 Dat ic nemmermeer mans wijf
Werden en moet te minen scanden,
Waer ic come in eneghen lande
Dat ic moet bliven dat ic si.
Dies biddic u, moeder ende maget vri,
355 Fonteine alder suverheit,
Dat mi nemmeer dorperheit
Gheen man te voren legghen en moet.
Dies biddic u, fonteine, der doghden vloet,
Werde moeder ende maget reine.
Sanderijn:
Ai God, die zich kruisigen liet,
Wat is Lanseloets moeder een vals wijf!
Wat dat betreft ben ik veel wijzer
Dan ik gisterenavond was.
Die leugen was wel heel erg kras
Dat hem een ziekte had aangegrepen.
Ze bracht die leugen zo geslepen
Dat ik erin liep, en zo bracht
Ze mij in Lanseloet zijn macht,
Wat ik voor eeuwig zal betreuren.
Maar het ergste wat er kon gebeuren
Waren de woorden die hij zei
En dat die ridder zich van mij
Afwendde, als was ik een stinkende hond.
Dat griefde mij tot in de grond
En zal mij pijn doen voor altijd,
En niets, tot in de eeuwigheid,
Wil ik dat hij nog van mij hoort.
Ik verlaat voorgoed dit oord
En ga mijns weegs. Door vreemde landen
Zal ik zwerven. Dat God mijn schande
Verborgen houdt, mij aangedaan
Tegen mijn wil, een smaad die aan
Mijn hart hier knaagt en mijn gemoed.
Je ziet me nooit weer, Lanseloet:
Ik zal gaan zwerven in dit woud.
O Heilige drieëenheid, houd
De wake over mij – verkeren
Met mannen wil ik nimmermeer
Wanneer het mij onteert en schendt.
Dat ik mag blijven wie ik ben
Waarheen mijn voeten mij ook dragen!
Ik smeek u, Moeder, Waarde Maagd,
Gij bron van alle zuiverheid,
Dat mij niet één schurkachtigheid
Van enig man nog ooit zal schaden.
Dat smeek ik u, Bron van Genaden,
Gij Moeder, aller Maagden zon.
[Vertaling door Gerrit Komrij]
#MeToo op het middeleeuws toneel
Lanseloet van Denemerken is één van de vier abele spelen. Dit zijn ernstige toneelstukken, die werden opgevoerd in combinatie met een korte, luchtige klucht. Zo werd Lanseloet opgevolgd door Die hexe, een komisch toneelstuk waarin drie vrouwen met elkaar op de vuist gaan omdat één van hen wordt beschuldigd van hekserij. Zowel Lanseloet als Die hexe laten dus zien in welke moeilijkheden vrouwen kunnen geraken wanneer ze te maken krijgen met grensoverschrijdend gedrag, zoals agressie of machtsmisbruik.
Toch blijft er discussie bestaan over de manier waarop deze thematiek in Lanseloet wordt behandeld. Dit komt doordat de tekst niet beschrijft wat er precies gebeurt in Lanseloets slaapkamer. Deze scène vond off stage plaats en de tekst bevat hier alleen een regieaanwijzing: ‘Nu heeft si gheweest met hem in die camere’ (nu is ze met hem in de (slaap)kamer geweest). Het publiek moest dus goed luisteren om erachter te komen dat Sanderijn door Lanseloet is verkracht. Dit blijkt uit haar emotionele monoloog na afloop, waarin ze zegt tegen haar wil haar maagdelijkheid te zijn verloren (zie de passage hierboven: ze was ‘in Lanseloets gewelt’ en deed het ‘sonder danc’), maar ook uit haar woorden later in het verhaal, waar ze Lanseloets gedrag vergelijkt met dat van een valk die één bloem rooft maar de rest van de bloemen vervolgens niet meer hoeft.
Een spel van Sanderijn
Lanseloet van Denemerken heeft niet één maar twee hoofdpersonen. In middeleeuwse documenten zien we dan ook dat de tekst soms wordt aangeduid als toneelstuk over ‘Lanseloet’, soms als ‘Spel van Sanderijn’. Het toneelstuk kan ook op verschillende manieren worden geïnterpreteerd, afhankelijk van welk perspectief je kiest. In de wetenschap is het perspectief van Lanseloet lange tijd leidend geweest: de meeste onderzoekers zagen Lanseloet als de tragische held van het verhaal, die voor een moreel dilemma komt te staan en die uiteindelijk ten onder gaat aan zijn eigen zwakheden. Hij weet immers dat zijn gedrag immoreel is, maar laat zich beïnvloeden door zijn moeders standpunt en geeft toe aan zijn fysieke verlangens, met onherroepelijke gevolgen. Meer recent en onder invloed van #MeToo hebben verschillende onderzoekers opgeroepen de tekst juist te lezen vanuit het perspectief van Sanderijn. Zij wordt in een onmogelijke situatie gebracht, wordt slachtoffer van een machtsspel en van misbruik, en slaagt erin om elders een nieuw leven op te bouwen. Ook het middeleeuwse publiek kon waarschijnlijk beide perspectieven herkennen. Op die manier opende het toneelstuk een dialoog over goed en fout, en over grenzen en gedrag.
MOOC: Lanseloet van Denemerken
Het handschrift-Van Hulthem bevat een schatkamer aan middeleeuwse literatuur. We vinden er liederen, gebeden en gedichten in terug. Maar vooral bekend is het handschrift voor zijn toneel. De vier zogenaamde abele spelen zijn de oudste wereldlijke (i.e. niet-religieuze) toneelteksten uit ons taalgebied. Daartoe behoort onder meer het verhaal van Lanseloet van Denemerken, over een Deense prins die een jonkvrouw het hof probeert te maken. Hoe zijn avances uitdraaien, komen we in dit college te weten.
Klara-podcast: Lanseloet van Denemerken
De literaire canon 9, met Remco Sleiderink. Lanseloet van Denemerken behoort tot de vroegste wereldlijke toneelstukken in Europa. Het staat in het handschrift-Van Hulthem (circa 1405), één van de beroemdste boeken uit onze streken.