Hoe komen middeleeuwse boeken tot stand?

Er moest heel wat gebeuren voordat het schrijfwerk kon beginnen. Dierenhuiden werden schoongemaakt en opgespannen op een raamwerk om te drogen. De perkamentmaker maakte er gladde en blanke vellen perkament van. Daaruit sneed hij schrijfvellen, waarop een bladspiegel en een belijning waren aangebracht zodat de kopiist mooie rechtlopende regels kan schrijven. Daarvoor werden aan de randen van de bladen, op gelijke afstand van elkaar, gaatjes in het perkament geprikt. Daartussen werden met een puntig voorwerp, zonder inkt, horizontale lijnen getrokken, als lijntjes in een schoolschrift. Ook trok men verticale lijnen die de kolomgrenzen aangeven, om te zorgen dat de tekst binnen de kolommen blijft. Dan pas kwam de kopiist aan bod.

Overschrijven of aanpassen?

Soms kon de afschrijver volstaan met het precies overschrijven van zijn voorbeeld. Vaker echter was het voorbeeldboek anders van formaat en indeling dan de te vervaardigen kopie. Dan moest de kopiist zich rekenschap geven van de gevolgen van dit verschil. Waar kwamen nu de titels van de hoofdstukken? Hoe groot moesten de eventuele initialen (versierde hoofdletters) worden, en welke tekstgedeelten werden met een initiaal versierd? Werd het handschrift verlucht met miniaturen, en, zo ja: waar moesten die komen? Het schrijven gebeurt met een veer die regelmatig bijgesneden moet worden. Op de afbeelding zie je dat de kopiist in zijn ene hand een veer en in de andere hand een mes houdt.

Nadat de vellen door de kopiist waren beschreven gingen ze gewoonlijk naar de rubricator (dat is niet te zien op de hiernaast getoonde afbeeldingen). Het woord 'rubricator' is afgeleid van het Latijnse woord ruber, dat rood betekent. De rubricator is dus de 'rood-maker'. Titels, tussenkopjes en paragraaftekens werden vaak met rode inkt geschreven; ook de kleine beginletters van een nieuwe versregel werden dikwijls met rood geaccentueerd. Verder kon de rubricator het handschrift voorzien van penwerk (met de pen getekende versiering in en om initialen, lombarden en randen). Om het werk van de rubricator gemakkelijk te maken, brengt de kopiist op de plaats waar de rode letter moet komen soms een nauwelijks zichtbaar lettertje in zwarte inkt aan: de 'representant'. Door het gebruik van rode inkt accentueert de rubricator de structuur van de tekst.


Miniaturen

Decoraties en illustraties worden pas aangebracht als de tekst helemaal geschreven is, in de door de kopiist opengelaten ruimte. De vakman die de versierde hoofdletters en de illustraties maakt, illuminator of miniaturist genoemd, legt de laatste hand aan de beschreven bladen. Soms maakte hij op een los blad een illustratie, die later in het boek werd meegebonden. Op de afbeelding is de miniaturist bezig om een bladgrote miniatuur te maken. Linksonder heeft hij een kastje waarin zijn kleurstoffen staan. Je kijkt van bovenaf in de potten, omdat er geen rekening gehouden is met het perspectief.

In de eindfase werd de tekst vaak nog een keer helemaal vergeleken met het origineel, de 'legger'. De kopiist kon letters of woorden verkeerd gelezen of vergeten hebben of regels hebben overgeslagen of omgewisseld. De corrector verbeterde deze fouten.

Eindresultaat

Als de bladen gereed zijn, worden ze samengevoegd tot een boek. Men maakt bundels van een aantal in elkaar gelegde gevouwen bladen (katernen), die aan elkaar worden geregen tot een boekblok. De rug van dat pakketje katernen wordt soms verstevigd met een paar oude (beschreven) stroken perkament. Om dit geheel kan nog een slappe perkamenten omslag worden aangebracht, of een stevige band van houten platten, bekleed met leer. Het budget van de opdrachtgever speelde een belangrijke rol bij het bepalen hoe het boek eruit kon komen te zien.

De gang van zaken bij het vervaardigen van een handschrift is hier enigszins schematisch weergegeven. Het schrijven van handschriften was echter allesbehalve lopende-band-werk. Elke kopiist hield er eigen voorkeuren en gewoonten op na. Ook de kwaliteit van het werk van de verschillende perkamentmakers, kopiisten, rubricatoren en illuminatoren liep sterk uiteen.

(Informatie en afbeeldingen met dank aan de auteurs en uitgever overgenomen uit Dini Hogenelst & Frits van Oostrom, Handgeschreven wereld. 3e dr. Amsterdam, Prometheus, 2002).